Programma
JC Bach Quartet WB 62 voor 2 traverso's, altviool en cello
JS Bach Ricercar a sei uit Musicalisches Opfer
Christian Mason Tristesse pour les temps perdus
Luigi Boccherini Sextet in A (Divertimento) voor traverso en strijkers, G. 46316x
Giuseppe Tartini Concerto in A Major, GT 1.A28: Allegro / Larghetto / Allegro assai voor cello en strijkers
Programmatekst
Tristesse pour le temps perdus
I. Wistful, tender
II. Passacaglia: Opalescent, like tear drops
III. Intimate – Wistful – Anguished
for solo tenorcello, 2 traverso's, portatief orgel, 2 violen, altviool, cello, and contrabas
Zoals de titel al doet vermoeden gaat 'Tristesse pour les temps perdus' over het gevoel van verdriet om zaken uit het verleden. Het gaat niet over een specifieke plaats, persoon of tijd, maar eerder over het gevoel dat er zoveel speciale dingen zijn die geweest zijn, maar er niet meer zullen zijn. Ik denk niet alleen aan persoonlijke dingen, hoewel die er natuurlijk wel deel van uitmaken, maar ook aan hele tijdperken, soorten, culturen... Het is een veralgemening van een gevoel dat aan zoveel verschillende concrete voorbeelden verbonden zou kunnen zijn, maar deze blijven liever verborgen in de geluiden. Het stuk is opgedragen aan Elinor Frey, zonder wie het zeker nooit tot stand zou zijn gekomen. Zonder wie het zeker nooit tot stand zou zijn gekomen.
Johann Christian Bach – Quartet WB 62 voor 2 traverso’s, altviool en cello
Johann Christian Bach, de jongste zoon van de grote Johann Sebastian, groeide uit tot een meester van de galante stijl. Zijn Quartet WB 62 belichaamt die elegante, vloeiende esthetiek waarin melodie en balans primeren. De twee traverso’s verweven zich in een speels dialoog, ondersteund door de warme resonantie van altviool en cello. Hier geen contrapuntische strengheid, maar een lichtvoetige conversatie vol sierlijke motieven en subtiele dynamische wendingen. Het is muziek die de luisteraar omhult met een gracieuze helderheid, een herinnering aan de verfijnde salons van het achttiende-eeuwse Londen, waar Johann Christian furore maakte.
Johann Sebastian Bach – Ricercar a sei uit ‘Musicalisches Opfer’ (arr. voor traverso, viool, tenor, cello en strijkers)
Wanneer Johann Sebastian Bach in 1747 door koning Frederik de Grote wordt uitgedaagd om een fuga op een ogenschijnlijk weerbarstig thema te componeren, overstijgt hij alle verwachtingen. Het Ricercar a sei, een zesstemmige fuga, is een labyrint van imitaties en spiegelingen, waarin de stemmen elkaar als schaduwen achtervolgen en versterken. In deze bewerking voor traverso, viool, tenor en cello krijgt de strenge architectuur een nieuwe, transparante gelaagdheid. De structuren blijven onwrikbaar, maar de klankwereld ademt en fluistert, als een muzikale constructie die zich onophoudelijk herschept.
Luigi Boccherini – Sextet in A (Divertimento) voor fluit en strijkers, G. 463
Boccherini, de meester van de zangerige lijnen en aristocratische charme, weet als geen ander hoe hij de klank van de fluit kan laten zweven boven een bed van weelderige strijkers. Zijn Sextet in A is een subtiel weefsel van melodieën, waarin de fluit een elegante hoofdrol speelt. De Italiaanse lyriek wordt gedragen door een verfijnde textuur van altviool, cello en tweede viool, die een warme en bijna tastbare gloed aan het geheel geven. Hier geen stormachtige drama’s, maar een ongedwongen verfijning, waarin de luisteraar zich kan verliezen in een wereld van pastelkleurige harmonie.
Giuseppe Tartini – Concerto in A Major, GT 1.A28: Allegro / Larghetto / Allegro assai
Giuseppe Tartini, vooral bekend als de componist van de duivelsdansende ‘Trillo del Diavolo’, laat in zijn celloconcert in A een andere kant van zijn genie zien. De cello, eerder nobel dan demonisch, verheft zich in lange, expressieve lijnen boven het fundament van de strijkers en de basso continuo. Het openings-Allegro fonkelt met een virtuoze souplesse, terwijl het Larghetto een ingetogen, bijna vocale weemoed ademt. In de finale ontbrandt de dansende energie opnieuw, met een lichte, speelse toets die Tartini’s elegantie en bravoure in gelijke mate onderstreept. Dit is barok in volle bloei, sprankelend en meeslepend, met de cello als stralend middelpunt.
Musici
Solo - Tenorcello Elinor Frey
Solo traverso - Jan De Winne
traverso - Carlota Garcia
viool 1 - Julie Rivest
Viool 2 - Madoka Nakamaru
altviool - Amaryllis Bartholeus
Cello - Phyllis Bartholomeu
contrabas - Elise Christiaens
Klavecimbel/orgel - Stanislav Gres
Een nieuw oratorium van Johann Sebastian Bach met Alexander Grychtolik
Een nieuw oratorium van Johann Sebastian Bach met Alexander Grychtolik
Kamerkoor El Grillo viert zijn 30-jarig jubileum met een terugkeer naar de barok! Onder leiding van dirigent Inge Bollaert wordt deze feestelijke gelegenheid luister bijgezet door samenwerking met Il Gardellino, het gerenommeerde orkest van barokspecialisten Marcel Ponseele en Jan De Winne en vijf fantastische solisten.